ANALYSE – Het zijn mooie tijden voor Nederlandse exportbedrijven, als ze tenminste geen zaken doen met klanten in het Verenigd Koninkrijk. De daling van het Britse pond zet de exportwaarde naar dat land behoorlijk onder druk.
De Nederlandse exportsector heeft de wind in de rug. Volgens het CBS lag de waarde van de uitgevoerde goederen in december 6,1 procent hoger dan in dezelfde periode van een jaar eerder. Dat is een versnelling ten opzichte van de 5,5 procent uit november.
Cijfers van verschillende brancheorganisaties wijzen erop dat de groei in 2017 duidelijk doorzet. De uitvoer van bloemen, planten en bloembollen is volgens dataverzamelaar Floridata in januari met maar liefst 12 procent toegenomen om voor het eerst boven de grens van 400 miljoen euro uit te komen. Naar bijna elk land werd meer uitgevoerd. Het Verenigd Koninkrijk was de uitzondering. De sierteeltexport naar dat land nam met 6 procent af tot minder 50 miljoen euro.
Van ponden naar euro’s
In andere bedrijfstakken is hetzelfde patroon zichtbaar. De grote boosdoener is het Britse pond, dat momenteel ongeveer 10 procent lager noteert dan twaalf maanden geleden. In het afgelopen halfjaar was dat verschil vaak nog een stuk groter.
Het pond staat onder druk sinds de Britse bevolking er vorig jaar in het Brexit-referendum voor koos om uit de EU te stappen. Dat is een vervelende ontwikkeling voor Nederlandse exportbedrijven, die na de vertaalslag naar euro’s een stuk minder overhouden dan waar het aanvankelijk naar uitzag. Voor deze partijen is het zaak om in kaart te brengen wat ze binnenkort van de Britse munt mogen verwachten.
Aftellen tot 9 maart
Het beleid van de centrale bank heeft vaak veel invloed op de wisselkoers. Begin februari heeft de Bank of England de verwachting voor de economische groei in het lopende jaar verhoogd van 1,4 procent naar 2 procent. De bank waarschuwde dat de rente sneller kan oplopen dan waar handelaren nu op rekenen als de stijging van de lonen in een stroomversnelling komt.
Een hogere rente maakt het voor financiële partijen aantrekkelijker om hun geld in ponden aan te houden. De kans is echter groot dat de impact van de economische ontwikkelingen op de Britse munt binnenkort overschaduwd wordt door de nieuwsstroom rondom de onderhandelingen met de EU in het kader van de Brexit, die premier Theresa May op 9 maart officieel in gang gaat zetten.
Het gevaar van afwachten
Een concern dat zaken doet in het Verenigd Koninkrijk kan op verschillende manieren omspringen met de koersschommelingen van het pond. De eerste mogelijkheid is om geen actie te ondernemen en de ontwikkelingen af te wachten. In dat geval bestaat het gevaar dat de opbrengst flink tegenvalt als de munt opnieuw onderuit gaat.
Ondernemers die dit risico willen uitsluiten, kunnen ervoor kiezen om bij een valutahandelaar een termijncontract of een valutaoptie aan te schaffen. Een termijncontract is een goede keuze voor bedrijven die op een bepaald moment een betaling in ponden ontvangen. Die inkomsten worden dan tegen een vooraf vastgestelde koers omgezet in euro’s, zodat prijsschommelingen in de tussentijd geen invloed hebben op de opbrengst.
Verstandige optie
Een valutaoptie is een geschikte keuze voor een ondernemer die een offerte in vreemde valuta heeft afgegeven. Hij krijgt dan het recht om op een bepaalde datum ponden tegen een vaste koers om te wisselen in euro’s. Een voordeel van een valutaoptie is dat het omwisselen een recht is: op de afgesproken datum kan de ondernemer zelf kiezen of hij gebruik maakt van de vastgelegde prijs of dat hij omwisselt tegen een mogelijk gunstigere actuele koers.
Joost Derks is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij begon zijn carrière bij Van Lanschot Bankiers en inmiddels heeft Derks ongeveer twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.